Vraag naar de problemen met praktijk- en werkbegeleiding in de (langdurige) zorg en tien tegen één passeren de revue: rolonduidelijkheid, onvoldoende ondersteuning door teamleiders, verschillen in kwaliteit opleiders, taken school en praktijk onduidelijk, géén uniforme werkwijze, opleiden is een last, studenten vooral ingezet als werkkracht enzovoort.

Jarenlang dezelfde problemen laten bestaan is niet briljant. Vandaar de noodzaak problemen met praktijk- en werkbegeleiding bij de wortel aan te pakken. Het is tijd voor iets nieuws…

Huidig versus gewenst

Het huidige en te verwachten tekort aan zorgprofessionals baart zorgen. De druk om op te leiden is groot met als gevolg dat de praktijk- en werkbegeleiding veel focus heeft om de huidige problemen op te lossen. Dat gaat concreet over het actualiseren van het BPV-plan, de vertaling van het BPV-plan naar de eigen praktijk, het oplossen van knelpunten van individuele studenten enzovoort. Deze lijst lijkt oneindig en het probleembesef is groot. Op de vraag naar de ‘ervaren noodzaak tot verbeteren van de praktijk- en werkbegeleiding’ scoren de deelnemers van onze webinars 71%.

Figuur 1 Cijfers over de huidige en de gewenste kwaliteit praktijkopleiding.

Daarnaast bestaat er de gezonde ambitie om de praktijkbegeleiding in de toekomst te verbeteren, zie de kloof tussen huidige (6.1) en gewenste (8.3) kwaliteit. Zorgwekkender is de uitkomst dat de huidige ervaren kwaliteit van de werkbegeleiding onvoldoende is (5.8). Wel met de ambitie de werkbegeleiding naar een hoger niveau te tillen (8.4), figuur 1.

Let wel, deze enquête is niet representatief en uitsluitend bedoeld als illustratie van de perceptie van de deelnemers aan onze webinars. Deze bevindingen zijn geheel in lijn met de bevindingen in onze praktijk waar veel klanten de noodzaak verwoorden om de praktijk- en werkbegeleiding te verbeteren.

Praktijkleerversterkers: nieuw model praktijkopleiding

Wij zien in onze praktijk regelmatig klanten die zeggen te zijn vastgelopen met de huidige aanpak van de praktijkopleiding. De afgelopen jaren zijn er talloze zaken verbeterd en een goed voorbeeld hiervan is de online tool om de registratie van de voortgang van het portfolio van studenten te vereenvoudigen en te versnellen. Maar incidentele verbeteringen, hoe effectief dan ook, blijken onvoldoende bij te dragen tot een structurele oplossing. 

Praktijkopleiding in de zorg is ingewikkeld. Te veel factoren en actoren zijn van invloed, waardoor incidentele verbeteringen onvoldoende impact hebben op het grote geheel. Belangrijke invloeden zijn: de zorgorganisatie en het onderwijs, de visie op leren, de student, praktijkopleider, werkbegeleider, de methodiek van praktijkopleiding, de cultuur in de zorgorganisatie en het BPV-protocol (beroepspraktijkvorming).

Tabel 1 De PLV-maturiteitsindex

Deze invloeden zijn in tabel 1 afgezet tegen vier niveaus van volwassenheid (maturiteit) van praktijkopleiding:

  1. Gestuurd door incidenten.

Praktijk- en werkbegeleiders werken hard om problemen op te lossen. Coördinatie, gezamenlijke aanpak of methodiek ontbreekt, waardoor de activiteiten, incidenten of problemen centraal staan en resultaten moeilijk zijn te benoemen.

2. Gestuurd door het onderwijs.

Praktijk- en werkbegeleiders zijn druk met de begeleiding van studenten op basis van onderwijsgestuurde opdrachten, reflectieverslagen en toetsen. Vaak werken de praktijkopleiders methodisch, maar ontbreekt een standaard werkwijze bij de werkbegeleiders. Resultaten en een duidelijke organisatie in een relevant BPV-plan ontbreken nogal eens.

3. Gestuurd door de zorgpraktijk.

Praktijk- en werkbegeleiders brengen de begeleiding terug naar de werkplek. Op basis van de leermogelijkheden van de praktijksituatie ontstaan leerroutes voor studenten, waarbij het ondersteunen van leren en werken de kerntaak van de begeleiding vormt. De praktijkopleiders ondersteunen methodisch de werkbegeleiders en werken op organisatieniveau aan het voortdurend verbeteren van de praktijk- en werkbegeleiding.

4. Gestuurd door kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Praktijk- en werkbegeleiders werken methodisch en conform de afgesproken standaarden. Werken, leren en de verbetermethodiek op organisatieniveau is volledig geïntegreerd met de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening. In- en externe kennisdeling levert een bijdrage aan de verdere professionalisering van de praktijk- en werkbegeleiding. Organisatie (BPV) en resultaten zijn gedefinieerd en daar wordt op gestuurd in de samenhang tussen praktijk- en werkbegeleiding.

Met de kanttekening dat geen enkel niveau verkeerd is. Het is alleen de bedoeling om de huidige situatie inzichtelijk te maken als basis voor geïnformeerde keuzes over de gewenste situatie.  Dat kan met de PLV-scan.

PLV-scan

Voor de PLV-scan zijn per cel indicatoren opgesteld om de maturiteitsniveaus te kunnen meten. PLV als nieuw model praktijkopleiding is te vinden op de maturiteitsniveaus 3 en 4. Terwijl de huidige situatie doorgaans op niveau 1 of 2 te vinden is, tabel 2. 

Tabel 2 De PLV-maturiteitsindex: huidige versus de gewenste situatie.

De PLV-scan biedt het management van leerafdelingen, praktijkopleiders en werkbegeleiders concrete handvatten om volgende stappen te maken met het duurzaam verbeteren en vernieuwen van de praktijk- en werkbegeleiding in de eigen organisatie. Is het volgens jou ook tijd om een nieuwe model praktijkopleiding te ontwikkelen?